Kosten
Ereloon
Wanneer u voor de opmaak van de overdrachtsakte een beroep doet op een commissaris van de afdeling vastgoedtransacties, gebeurt de opmaak van een authentieke akte kosteloos. Doet u een beroep op een notaris, dan gaat dit gepaard met de aanrekening van een ereloon. U kiest voor elke overdracht vrij of u op de afdeling vastgoedtransacties of op een notaris een beroep doet gegeven de gewenste timing van de overdracht.
Het ereloon van de notaris is vastgelegd in officiële tariefschalen die zijn goedgekeurd via koninklijk besluit. De erelonen zijn proportioneel en degressief. Dat betekent dat het ereloon overeenstemt met een bepaald percentage van de verkoopprijs en kleiner wordt naarmate de verkoopprijs hoger is. Deze percentages vindt u in art. 6 van het tarief van de honoraria der notarissen in bijlage van koninklijk besluit van 16 december 1950. De percentages worden toegepast op het globaal bedrag van lasten en cijnzen voor de nog te lopen jaren (dat is het bedrag dat de opstalhouder of de canon die de erfpachthouder betaalt voor de jaren die resteren na overdracht). Het ereloon varieert naargelang u het erfpacht- of opstalrecht verkoopt, ruilt tegen een ander goed of schenkt. Hiervoor kan verwezen worden naar de bespreking van de kosten hierboven, respectievelijk bij elk onderdeel.
Belangrijk: bij verkrijging van goederen door een SHM of woonmaatschappij wordt het ereloon gehalveerd. Het is onduidelijk of dit ook kan gelden bij de overdracht van een erfpacht of opstalrecht (hoewel dat op het eerste gezicht onder de bewoordingen valt).
Kosten
Leveringskosten
De kosten van de levering komen normaal gezien toe aan de overdragende partij. Het staat de partijen vrij om hier afspraken over te maken.
De leveringskosten gaan onder meer over kosten voor:
-
Het uitvoeren van opmetingen
-
De keuring van stookolietanks
-
De keuring van de elektrische installatie
-
Het samenstellen van het postinterventiedossier
-
In principe ook de kosten voor het afleveren van een bodemattest, tenzij voldaan is aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het nultarief vermeld in artikel 4.160/1 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. Bij de aandachtspunten omtrent de voorbereiding van de overdracht van onroerende goederen leest u meer over deze kostenvrijstelling en de voorwaarden die hieraan verbonden zijn.
-
In principe ook het opvragen van stedenbouwkundige inlichtingen, maar voor de overdrachten naar woonmaatschappijen werd hiervoor een vrijstelling ingeschreven in artikel 5.2.1, § 1/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bij de aandachtspunten omtrent de voorbereiding van de overdracht van onroerende goederen leest u meer over deze vrijstelling.
Kosten voor de overnemer
De overnemer staat normaal gezien in voor de kosten van de akten en andere extra kosten voor de overdracht van het recht van erfpacht/opstal. De partijen zijn echter vrij om hiervan af te wijken:
-
Het ereloon van de notaris
-
Btw, recht op geschriften
-
De kosten voor voorafgaande opzoekingen om de overdracht te kunnen laten doorgaan: kadaster, hypothecaire staat, fiscale notificaties;
-
De kosten voor de overschrijving op het kantoor Rechtszekerheid
Registratierechten
Een overdracht van een recht van erfpacht of opstal valt onder het stelsel van de registratierechten. Wanneer deze overdracht gebeurt voor doelstellingen van algemeen nut, kunt u genieten van kosteloze registratie. De rechtsgrond vindt u in art. 161, 2° van het Wetboek Registratierechten en geldt voor tot onteigening gerechtigde organen. SHM’s zijn tot onteigening gerechtigde organen. Dit volgt uit art. 6, eerst lid, 3°, i) van het Vlaams Onteigeningsdecreet en art. 4.26, eerste lid Vlaamse Codex Wonen (VCW). Ook woonmaatschappijen zullen gerechtigd zijn om tot onteigening over te gaan, waardoor ook zij in aanmerking komen voor de vrijstelling.
De vrijstelling wordt onmiddellijk toegepast. In de overdrachtsakte moet u wel verklaren dat het gaat om een verkrijging wegens algemeen nut.
Opgelet: wanneer dit recht van erfpacht of opstal betrekking heeft op een gebouw dat nog nieuw is voor de btw op het moment van de overdracht, zal de overdracht van dit recht wel aan btw onderworpen zijn (artikel 44, §3, 1°, b, 2e lid WBTW). Een gebouw wordt als nieuw beschouwd tot en met 31 december van het tweede jaar dat volgt op het jaar van de eerste ingebruikname van de woning. Als de overdracht geschiedt aan een SHM of WM, zal er 6% btw van toepassing zijn indien het gebouw waarop dit recht is gevestigd, een sociale woning is (KB nr.20 tot uitvoering van het Wetboek BTW, Tabel A, rubriek XXXVI, §1, 1°).