Rechtsgevolgen van de fusie

De rechtsgevolgen van de fusie zijn:

  • De overgenomen SHM’s houden op te bestaan.

     

  • De aandeelhouders van de overgenomen SHM’s worden aandeelhouders van de nieuwe fusiemaatschappij; de aandeelhouders van een overgenomen SHM met de vorm van een (oneigenlijke) cvba-vso die gebruik hebben gemaakt van de in artikel 12:29 WVV opgenomen uittredingsmogelijkheid, zijn uitgetreden.

     

  • Het gehele vermogen van elke overgenomen SHM (rechten en verplichtingen) gaat over op de fusiemaatschappij.

     

  • Mogelijkheid voor schuldeisers van elke bij de fusie betrokken maatschappij om zekerheden te eisen.

     

  • Uiterlijk binnen de twee maanden na de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de fusieaktes, kunnen bepaalde schuldeisers van de overgenomen maatschappij(en) van de fusiemaatschappij een zekerheid eisen. Dit geldt voor schuldeisers die een vordering hebben die vaststaand maar nog niet opeisbaar is voor die bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

    Hetzelfde geldt voor de schuldeisers die voor dergelijke schuldvordering een gerechtelijke of arbitrale procedure hebben opgestart voor de akte tot vaststelling van de fusie.

     

    De bij de fusie betrokken vennootschappen kunnen elk deze eis afweren door de schuldvordering te voldoen tegen haar waarde, na aftrek van het disconto.

     

    Als geen overeenstemming wordt bereikt of als de schuldeiser geen voldoening heeft gekregen, legt de meest gerede partij het geschil voor aan de voorzitter van de ondernemingsrechtbank van de zetel van de schuldplichtige vennootschap.