Btw

De btw-behandeling van een partiële splitsing is afhankelijk van het btw-statuut van de betrokken vennootschappen en de activa die worden afgesplitst bij de herstructurering (bv. gebouwen die kwalificeren als ‘nieuw’ voor btw-doeleinden, huurcontracten, etc.).

 

In bepaalde gevallen zal u onder het ‘continuïteitsregime’ vallen. Het continuïteitsregime veronderstelt onder meer dat de overnemende entiteit recht zou hebben gehad op btw-aftrek als deze btw door de verrichting verschuldigd zou zijn geweest. Voldoet de herstructurering aan de vereisten van dit regime? Dan wordt er voor de btw gehandeld alsof de splitsing niet plaatsvond: de splitsing is dan volledig neutraal en leidt niet tot btw-heffing of tot een btw-herziening bij de overdragende vennootschap.

 

Als de overnemende SHM of WM recht op btw-aftrek heeft of verkrijgt door de partiële splitsing, zal de partiële splitsing dus in principe btw-neutraal zijn (geen btw-heffing). Geldt het continuïteitsregime niet, bijvoorbeeld omdat de overnemende SHM of WM geen recht op aftrek van input-btw heeft? Dan moet, geval per geval en rekening houdend met alle concrete feitelijke elementen, beoordeeld worden wat de btw-behandeling van de verrichting is.

 

Een partiële splitsing kan bovendien btw-neutraal verlopen, zelfs als het continuïteitsregime niet geldt, bijvoorbeeld wanneer de overdragende SHM kwalificeert als een vrijgestelde belastingplichtige.