Inkomstenbelasting
Een partiële splitsing verloopt belastingneutraal als gelijktijdig aan twee voorwaarden is voldaan:
-
De verkrijgende vennootschap (SHM of WM) is een binnenlandse vennootschap.
-
De partiële splitsing heeft niet als hoofddoel of één der hoofddoelen belastingfraude of -ontwijking. De partiële splitsing gebeurt dus uit zakelijke overwegingen.
U motiveert de zakelijke overwegingen voor de partiële splitsing in de vennootschapsrechtelijke documentatie, zoals bijvoorbeeld het bijzonder verslag van het bestuursorgaan. U leest verder in het draaiboek meer over het bijzonder schriftelijk verslag over de partiële splitsing. Hierdoor vermijdt u eventuele discussies met de fiscale administratie over deze tweede voorwaarde. Daarbij kan u de hervorming onder meer kaderen in de gewijzigde decretale context.
Zodra beide voorwaarden vervuld zijn, geldt het vrijstellingsregime automatisch (geen keuzemogelijkheid).
Opgelet: als de uitgifte van nieuwe aandelen de partiële splitsing niet geheel vergoedt (bijvoorbeeld door een opleg in geld), kan het belastingneutrale karakter van de partiële splitsing (gedeeltelijk) verloren gaan.
Als het vrijstellingsregime geen toepassing vindt (bv. omdat belastingadministratie van oordeel is dat de partiële splitsing niet verantwoord is door zakelijke overwegingen), geldt het fiscaal liquidatieregime en zal de partiële splitsing in principe belastbaar zijn. Het fiscaal liquidatieregime geldt alleen voor het afgesplitste vermogen van de partieel gesplitste vennootschap. Samengevat betekent dit dat men de partieel gesplitste vennootschap fiscaal als gedeeltelijk ontbonden en vereffend beschouwd. Daarbij is haar maatschappelijk vermogen aan werkelijke waarde geacht wordt te zijn uitgekeerd aan de aandeelhouders (beperkt tot dat deel van het maatschappelijk vermogen dat wordt afgesplitst). Concreet heeft dit tot gevolg dat alle latente meerwaarden en vrijgestelde reserves met betrekking tot de afgesplitste bestanddelen belastbaar worden in de vennootschapsbelasting in hoofde van de partieel gesplitste vennootschap. Verder wordt het positieve verschil tussen (i) de (fictief) uitgekeerde som en (ii) de gerevaloriseerde waarde van het gestort kapitaal aangemerkt als een zogenaamde liquidatiebonus. Een eventuele liquidatiebonus is belastbaar als dividend en aldus principieel onderworpen aan roerende voorheffing.
In geval van twijfel over het al dan niet belast karakter van de partiële splitsing, kan overwogen worden om een aanvraag tot voorafgaande beslissing (ruling) in te dienen bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken. Het is ten sterkste aanbevolen om u in dergelijk geval te laten bijstaan door een fiscaal adviseur.