Rechtsgevolgen van de partiële splitsing
De rechtsgevolgen van de partiële splitsing zijn:
-
De aandeelhouders van de partieel gesplitste maatschappij (A) worden ook aandeelhouders van de verkrijgende maatschappij(en) (B), volgens de verdeling zoals goedgekeurd op de buitengewone algemene vergaderingen. Hun aandelenpakket A daalt uiteraard wel in waarde, maar dit wordt gecompenseerd door het bijkomende aandelenpakket dat ze in de verkrijgende maatschappij B krijgen.
-
Het afgesplitste vermogen (rechten en verplichtingen) gaat over op de verkrijgende maatschappij B. Die overdracht vindt automatisch plaats, de afsplitsingsakte volstaat. Op deze regel bestaan enkel uitzonderingen, zoals de overdracht van onroerende zakelijke rechten, van rechten van intellectuele eigendom en rechten van industriële eigendom. Om deze overdrachten aan derden te kunnen tegenwerpen, zijn wél extra formaliteiten vereist. U leest er meer over bij de aandachtspunten onder de ‘voorbereidende handelingen’.
-
Mogelijkheid voor schuldeisers van elke bij de partiële splitsing betrokken maatschappij om zekerheden te eisen.
Uiterlijk binnen de twee maanden na de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de splitsingsakten, kunnen bepaalde schuldeisers van zowel de partieel gesplitste maatschappij als van de verkrijgende maatschappij(en) een zekerheid eisen. Dit geldt voor schuldeisers die een vordering hebben die vaststaand maar nog niet opeisbaar is voor die bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. Hetzelfde geldt voor de schuldeisers die voor dergelijke schuldvordering een gerechtelijke of arbitrale procedure hebben opgestart voor de akte tot vaststelling van de partiële splitsing.
De verkrijgende maatschappij waaraan deze verbintenis is toebedeeld, en, in voorkomend geval de partieel gesplitste SHM kunnen deze rechtsvorderingen elk afweren door de schuldvordering te voldoen tegen haar waarde, na aftrek van het disconto.
Als geen overeenstemming wordt bereikt of als de schuldeiser geen voldoening heeft gekregen, legt de meest gerede partij het geschil voor aan de voorzitter van de ondernemingsrechtbank.
De partieel gesplitste SHM wordt als een verkrijgende vennootschap beschouwd als de bedoelde verbintenis haar vermogen nog bezwaart.
Hoofdelijke aansprakelijkheid van de verkrijgende maatschappijen.
Bij een partiële splitsing blijven alle betrokken maatschappijen hoofdelijk gehouden tot betaling van de zekere en opeisbare schulden die bestaan op de dag dat de splitsingsaktes in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt en die overgaan op een andere maatschappij ten gevolge van de partiële splitsing en van de schulden waarvoor de schuldeiser een vordering in rechte of via arbitrage heeft ingesteld vóór de splitsingsakte. Deze aansprakelijkheid is beperkt tot het nettoactief dat aan ieder van die maatschappijen wordt toegekend door de partiële splitsing.
De partieel gesplitste maatschappij wordt als een verkrijgende maatschappij beschouwd, waarbij de aansprakelijkheid van de partieel gesplitste maatschappij is beperkt tot het nettoactief dat zij behoudt.
De verkrijgende maatschappijen kunnen uiteraard wel onderling afspraken maken over de interne afhandeling van dergelijke hoofdelijke aansprakelijkheid. Deze afspraken zijn echter niet tegenwerpelijk aan derden.