Prijs

Aangezien de overdracht bij een verkoop per definitie ‘ten bezwarende titel’ gebeurt, bepalen de partijen de tegenprestatie in geld voor het eigendomsrecht dat de woonmaatschappij ontvangt. De partijen zijn dan wel geheel vrij om een prijs overeen te komen, maar zij moeten weten dat een te lage prijs bepaalde gevolgen met zich mee kan brengen. Zo bestaat er o.m. een nietigheidsvordering voor de verkoper als deze benadeeld wordt voor meer dan 7/12de (dat wil zeggen dat de koopprijs minder dan 5/12 is van de werkelijke waarde). Over deze regeling leest u meer bij de voor- en nadelen van de verkoop.

 

Omdat bij een verkoop geen sprake is van een transactie in ruil voor aandelen, zijn artikel 4.38 van de Vlaamse Codex Wonen en art. 209 van het decreet van toepassing als en voor zover de onroerende goederen die geschikt zijn voor de sociale huisvesting worden verkocht.

 

Het is belangrijk dat bij een dergelijke verkoop, de verkoper de nog openstaande leningen bij de VMSW, het Vlaams Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant of Vlabinvest APB die betrekking hebben op dat onroerend goed of dat eigendomsrecht, mee overdraagt aan de koper.

 

Het is belangrijk om de volgende aspecten in rekening te nemen bij de prijs voor de verkoop van die onroerende goederen:

  • De partijen kunnen in beginsel de prijs van de verkoop van onroerende goederen die geschikt zijn voor de sociale huisvesting vrij bepalen.

     

  • Als de partijen niet tot een akkoord komen, is de prijs de venale waarde van het eigendomsrecht. Hierbij houdt men rekening met de bijzondere kenmerken van de sociale huisvestingsmaatschappijen/woonmaatschappijen. De leningen, die u mee moet overdragen, en subsidies worden in mindering gebracht. De subsidies die op geen enkele wijze hebben bijgedragen tot de marktwaarde van het betrokken onroerend goed, zijn hierop een uitzondering. De Vlaamse Regering stelt de koopprijs vast.

Het verkopende SVK zal de opbrengst van de verkoop van die onroerende goederen moeten gebruiken voor de terugbetaling van openstaande leningen van de verkoper bij het Vlaamse Gewest of de VMSW. De verkoper gebruikt de overblijvende middelen volgens artikel 4.1/1 van de Vlaamse Codex Wonen. De Vlaamse Regering kan daarover de nadere regels vaststellen.

 

De kopende maatschappij moet zorgen dat zij de koopprijs kan financieren.