Uitgangspunt hervorming
Binnen eenzelfde gemeente zijn vaak meerdere sociale woonactoren actief. Hoewel elke actor zijn eigen ontstaansgeschiedenis, juridisch statuut en taakstelling heeft, zijn er toch heel wat overlappingen tussen de verschillende actoren.
De beleidsnota Wonen 2019-2024 bevat de intentie om de activiteiten van de SHM’s en SVK’s tegen 1 januari 2023 samen te voegen in één woonactor, de woonmaatschappij. Daarnaast zal er per gemeente maar één woonactor actief zijn.
De beleidsnota preciseert hierbij dat projecten die de huidige woonactoren nog vóór 1 januari 2023 opstarten, ook door hen afgewerkt mogen worden.
Het doel van deze hervorming, waarbij de SVK’s en SHM’s per werkingsgebied in één woonactor worden samengebracht, is drievoudig:
-
een verhoging van de efficiëntie
-
een versterking van de klantvriendelijkheid en
-
een performantieversterking
Door de huidige situatie waarbij verschillende woonactoren actief zijn binnen eenzelfde gemeente hebben burgers niet altijd een vlotte toegang tot de sociale woonmarkt. In deze oefening staat de toegang verbeteren dan ook centraal. De activiteiten van de SHM’s en de SVK’s samenvoegen, moet ook tot een hogere performantie leiden, waarbij de complementariteit van beide actoren effectief een meerwaarde moet zijn voor de woningzoekende.
Concreet moet deze hervorming op termijn leiden tot:
-
de toegankelijkheid verbeteren van de sociale huur en de sociale koop voor kandidaat-huurders en kopers door de eenloketfunctie van de woonmaatschappijen
-
de realisatie van het sociaal woonaanbod versnellen door schaalvoordelen en bundeling van expertise
-
de renovatie van het woningbestand versnellen
-
een verbeterde huisvestingsondersteuning
-
meer mogelijkheden voor prijsbeheersing voor de huurders door beheersing van de werkingskosten
-
verbeterde woningfunctionaliteit
-
meer mogelijkheden voor bewonersparticipatie
-
de leefbaarheid, integratie en gelijke kansen van de bewoners bevorderen
De hogere solvabiliteit van woonmaatschappijen in vergelijking met de solvabiliteit van de SVK-vzw’s bij inhuurnames van woningen op de private huurmarkt zal meer vertrouwen wekken bij de kandidaat-verhuurder. Bovendien moet die hogere solvabiliteit een snellere groei van de sociale verhuurbranche met zich meebrengen.
Veelgestelde vragen
Hoe verloopt het traject woonmaatschappijen? Wie is hierbij betrokken?
Hoe blijft de SVK-werking en -subsidiëring behouden in de woonmaatschappij?
Wat gebeurt er met de koopmaatschappijen? Moeten zij ook opgaan in de woonmaatschappijen?
Valt Vlabinvest ook onder de evolutie naar woonmaatschappijen of niet?
Wat is het belang van de toekomstige woonmaatschappij voor de (kandidaat-)huurder?