Aandeelhouders
Publieke aandeelhouders
Nieuw opgerichte woonmaatschappijen kunnen uitsluitend publieke aandeelhouders hebben. Dit zijn het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW’s die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen. Zij kunnen participeren in de woonmaatschappijen zoals dit eerder ook al kon in de SHM’s als aandeelhouder van de vennootschappen met sociaal oogmerk of als leden en medeoprichters van de SVK-vzw’s.
De publieke aandeelhouders hebben een versterkte rol in de algemene vergaderingen. Daarnaast moet deze regie van de publieke overheden ook leiden tot een efficiëntere en rationelere besteding van de publieke middelen, en dit op een manier die complementair is met het lokale sociaal (woon)beleid dat de gemeenten uitwerken.
Voor de lokale besturen wijkt de Vlaamse Codex Wonen van 2021 als zgn. ‘lex specialis’ af van de beperkingen die de openbare besturen worden opgelegd op het vlak van vennootschapsparticipaties door het decreet over het lokaal bestuur.
Daarnaast kan bij erkenning of fusie van een woonmaatschappij de Vlaamse Regering namens het Vlaamse Gewest inteken op aandelen die maximaal recht geven op 25% van het totale aantal stemmen in de algemene vergadering.
Participatierecht van de lokale besturen
De participatie van lokale besturen wordt verder verankerd in een recht van een gemeente of OCMW, dat nog geen aandeelhouder is, om te participeren in de woonmaatschappij die bevoegd is voor hun grondgebied.
Concreet hebben de intredende gemeente en het OCMW gezamenlijk het recht om elk, of de ene bij gebrek aan de andere, in te tekenen op één aandeel. Dit doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om in onderling overleg met de woonmaatschappij op meer aandelen van de woonmaatschappij in te tekenen. Op eerste verzoek van de gemeente of het OCMW zal de woonmaatschappij het nodige doen om tot uitgifte van minstens één nieuw aandeel over te gaan.
Het is niet uitgesloten dat er een situatie ontstaat waarbij een lokaal bestuur uit het werkingsgebied geen aandeelhouder is van de woonmaatschappij. Om stemrecht te hebben moet een lokaal bestuur aandelen bezitten. Daarom hebben dergelijke lokale besturen het recht om minstens één aandeel te verwerven.
Voor zover de statuten voorzien in verschillende soorten van aandelen die uiteenlopende rechten toekennen aan de aandelen afhankelijk van de hoedanigheid van de aandeelhouder, voorziet artikel 5:102 Wetboek van vennootschappen en verenigingen dat binnen elke soortgroep van aandelen er ingeval van statutenwijzigingen voldaan moet zijn aan de aanwezigheids- en meerderheidsvereiste voor die statutenwijziging binnen elke soortgroep. Binnen de soortgroep wordt voor de berekening van de stemmen geteld op basis van één stem voor het kleinste ondereffect. Deze regeling wordt bij de toetreding van nieuwe gemeenten tot de woonmaatschappij buiten werking gesteld om de vorming van de nieuwe maatschappij – of de nieuwe aandeelhoudersverhoudingen – te faciliteren.
Private aandeelhouders
Nieuw opgerichte woonmaatschappijen kunnen uitsluitend publieke aandeelhouders hebben, geen private .
Hierdoor kan er een betere afstemming zijn van het beleid en de strategie van de woonmaatschappij op deze van de lokale besturen waar de woonmaatschappij actief is.
In het huidige landschap van SHM’s en SVK’s kan het zeggenschap van private aandeelhouders in SHM’s ertoe leiden dat de gemeentelijke doelstellingen voor het sociale woonbeleid afhankelijk zijn van de welwillendheid van die private partijen. Zo’n afhankelijkheid wil men in de woonmaatschappij vermijden.