Uitkeringsbeperking
De woonmaatschappij heeft niet als hoofddoel haar aandeelhouders een (rechtstreeks of onrechtstreeks) vermogensvoordeel uit te keren of te bezorgen. De woonmaatschappij moet zich dus aan een aantal uitkeringsbeperkingen houden:
-
Een vermogensvoordeel dat de woonmaatschappij aan haar aandeelhouders uitkeert, in welke vorm ook, mag niet hoger zijn dan de rentevoet die vastgesteld wordt door de Koning, toegepast op de nominale waarde van de door de aandeelhouders werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij, zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng. Deze bepaling geldt op straffe van nietigheid.
-
Daarnaast is winstuitkering alleen mogelijk als voldaan is aan de voorwaarde dat het bedrag van het maximaal uit te keren dividend aan de aandeelhouders alleen kan worden bepaald nadat een bedrag is bepaald dat de woonmaatschappij voorbehoudt aan projecten of bestemmingen die nodig of geschikt zijn om haar voorwerp te realiseren. Het bestuursorgaan brengt daarover jaarlijks een verslag uit, dat opgenomen wordt in het jaarverslag.
-
Bij uittreding of uitsluiting ontvangt de uittredende of uitgesloten aandeelhouder maximum de nominale waarde van zijn werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij, zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng. Deze bepaling geldt zowel voor de uittreding of uitsluiting ten laste van het vennootschapsvermogen als voor de uittreding of uitsluiting die het gevolg is van de toepassing van de geschillenregeling vermeld in Boek 2, Titel 7, van Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
-
Bij vereffening van de woonmaatschappij gaat het vermogen dat overblijft na de aanzuivering van het passief en de terugbetaling aan de aandeelhouders van de nominale waarde van hun werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng, over op een woonmaatschappij die de Vlaamse Regering aanwijst.