Voorstellen voor de afbakening van de werkingsgebieden

Elke woonmaatschappij moet in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. Om deze werkingsgebieden te bepalen, kregen de lokale besturen een trekkersrol.

 

We spoorden de lokale besturen aan om in eerste instantie zelf de werkingsgebieden per woonactor af te bakenen. Dit om de publieke aandeelhouders meer zeggenschap te geven in de woonmaatschappij.

 

De lokale besturen moesten in onderling overleg initiatief nemen voor de vorming van een aaneengesloten werkingsgebied. Ze deden daarvoor uiterlijk 31 oktober 2021 een voorstel aan de Vlaamse Regering.

 

Bij de afbakening van het werkingsgebied werden er criteria bepaald waarmee u rekening moest houden. Deze criteria vormen de krijtlijnen waarbinnen de gesprekken met alle betrokken actoren konden plaatsvinden om een lokaal draagvlak te creëren. Deze criteria zijn beleidsobjectieven en cumulatief:

  • Er kan maar één woonactor per gemeente zijn, maar een woonactor kan actief zijn in meerdere gemeenten. De woonmaatschappij omvat de huidige SVK- en SHM-taken;

     

  • De woonmaatschappij telt minimaal 1000 sociale huurwoningen (hierbij houden we geen rekening met de woningen in huur genomen op de private huurmarkt met het oog op onderverhuring volgens de sociale huurreglementering). Dit is nu ook de minimale schaal voor een sociale huisvestingsmaatschappij;

     

  • De huidige complementaire expertise moet gegarandeerd blijven in de nieuw te vormen woonmaatschappij: een verdere versterking van professionalisering is essentieel. Het behoud van de SVK-expertise is noodzakelijk bij de afbakening van de werkingsgebieden;

     

  • Het werkingsgebied moet uit geografisch aaneensluitende gemeenten bestaan. Enkel in uitzonderlijke omstandigheden en mits een grondige motivatie vanuit de betrokken lokale besturen bij het voorstel van werkingsgebied kan de Vlaamse Regering afwijkingen in overweging te nemen. Geografische aaneensluitende gemeenten komt de transparantie van de organisatie van de sociale huisvesting ten goede; het ontbreken ervan kan verhinderen om sommige efficiëntiewinsten en schaalvoordelen te behalen.

Lokale besturen dienden het voorstel in via woonmaatschappij.wonen@vlaanderen.be.

 

De Vlaamse Regering moest niet alle werkingsgebieden tegelijk vaststellen. Zij kon, vanaf het ogenblik dat zij over voldoende informatie beschikt vanuit bepaalde gemeenten, bepaalde werkingsgebieden vaststellen, terwijl voor andere werkingsgebieden de vaststelling later kon gebeuren. Tegen de zomer van 2022 moet het volledige grondgebied ingedeeld zijn in werkingsgebieden.

 

Op vrijdag 4 februari 2022 legde de Vlaamse Regering 42 werkingsgebieden voor de woonmaatschappijen in Vlaanderen vast. Op 22 oktober 2022 verleende de minister van Wonen de erkenning als woonmaatschappij aan de besloten vennootschap “woonmaatschappij Vlaamse Ardennen”, waarbij de bestaande werkingsgebieden voor woonmaatschappijen Vlaamse Ardennen-Oost en Vlaamse Ardennen-West samengevoegd werden tot het nieuwe werkingsgebied “Vlaamse Ardennen”. Op de website van Wonen in Vlaanderen vindt u de kaart met de werkingsgebieden.

 

De Vlaamse Regering is ook bevoegd om de werkingsgebieden te wijzigen.

 

Hoewel slechts één woonmaatschappij per werkingsgebied wordt aangeduid, mogen andere actoren nog altijd tegen een gunstig tarief verhuren in dat werkgebied, maar zij ontvangen daarvoor geen subsidies. De bedoeling van deze hervorming is om het aantal woonactoren te verminderen en een verdere schaalvergroting van het sociaal patrimonium per actor. De Vlaamse Codex Wonen van 2021 (artikel 1.3, §1, eerste lid, 49°) bakent het toepassingsgebied van de sociale huur af: enkel de VMSW, woonmaatschappijen, het VWF, gemeenten, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, OCMW’s of welzijnsverenigingen zijn daartoe nog bevoegd. Het is op termijn ook de bedoeling dat alle sociale verhuuractiviteiten (dus ook deze van de gemeenten en de OCMW’s) in de woonmaatschappijen worden geïntegreerd.

Veelgestelde vragen

Lokale besturen leveren een advies over het werkingsgebied van een woonmaatschappij, volgens de criteria die de Vlaamse Regering bepaalde. Hoe moet u een voorstel van zo een werkingsgebied indienen?

 

Kan u afwijken van de criteria die de Vlaamse Regering opstelde om de werkingsgebieden af te bakenen. Kunt u dus een uitzondering aanvragen voor een specifiek samenwerkingsverband?

 

Een woonmaatschappij moet minimaal 1000 woningen hebben. Welke woningen tellen hierin mee? Wat betekent dit binnen de huidige fusies bij SHM’s?