Toewijzingsraad

Vanaf 1 oktober 2023 geldt een nieuw eengemaakt toewijzingssysteem, zowel voor eigen als ingehuurde woningen van de woonmaatschappij.

 

Het toewijzingsmodel voorziet vier instroommogelijkheden.

 

In het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 wordt ruimte gelaten om bij het vastleggen van de toewijzingsregels regionale en lokale accenten te leggen. Deze bepalingen worden opgenomen in een toewijzingsreglement (strengere woonbinding en toewijzingen aan specifieke doelgroepen) en het intern huurreglement van de woonmaatschappij (versnelde toewijzingen, interne mutaties en bijzondere toewijzingsregels). Hierbij wordt een grote rol toebedeeld aan de toewijzingsraad. De woonmaatschappij en de toewijzingsraad maken afspraken over de werkwijze met betrekking tot de versnelde toewijzingen. Daarnaast krijgt de raad krijgt de kans om passende maatregelen voor specifieke doelgroepen of strengere woonbinding uit te werken in een toewijzingsreglement voor het werkingsgebied van de woonmaatschappij. Hiermee wordt dus, als de regionale of lokale situatie hierom vraagt, afgeweken van de standaardtoewijzingsregels. Zo kan maximaal rekening worden gehouden met de specifieke noden.

 

Een ontwerp van toewijzingsreglement zal worden opgemaakt door de toewijzingsraad. De woonmaatschappij neemt het initiatief om de toewijzingsraad op te richten en zit de toewijzingsraad voor. Alle gemeenten in het (deel-)werkingsgebied zijn vertegenwoordigd in de toewijzingsraad. Daarnaast kunnen relevante huisvestings- en welzijnsactoren zichzelf aanmelden om deel uit te maken van de toewijzingsraad, op voorwaarde dat zij actief zijn in het (deel)werkingsgebied. Het is woonmaatschappijen toegestaan, eventueel op vraag van de gemeenten in het werkingsgebied, om het werkingsgebied in te delen in deelgebieden. In elk deelgebied wordt dan een toewijzingsraad opgericht. Het bestuursorgaan van de woonmaatschappij neemt daartoe een beslissing.

 

Als er geen consensus over de samenstelling van de toewijzingsraad bereikt wordt, komt de eindbeslissing toe aan de woonmaatschappij. Het bestuursorgaan van de woonmaatschappij neemt dan een beslissing over een evenwichtige samenstelling van de toewijzingsraad. De toezichthouder kan optreden als de beslissing van de woonmaatschappij onredelijk is (bijvoorbeeld wanneer een grote instelling voor geestelijke gezondheidszorg in het werkingsgebied niet opgenomen wordt).

 

De toewijzingsraad geeft vorm aan de lokale invulling van het toewijzingsbeleid. De opdracht van de toewijzingsraad is tweeledig. Ze behelst enerzijds een beleidsvoorbereidend luik en anderzijds een operationeel luik.

  1. De beleidsvoorbereidende opdracht van de toewijzingsraad bestaat uit het ontwerpen van toewijzingsregels waar lokaal maatwerk mogelijk is, nl. met betrekking tot:

     

    • het instellen van een woonbindingsvoorwaarde die strenger is dan de standaard bepaling ‘langdurige woonbinding’ (laatste 10 jaar 5 jaar ononderbroken te hebben gewoond in de gemeente);

       

    • het afbakenen van specifieke doelgroepen en het aantal woningen dat de toewijzingsraad wil voorbehouden of bij voorrang wil toewijzen aan deze doelgroepen.

     

  2. De operationele opdracht betreft de praktische uitvoering van deze toewijzingsregels, met name de afspraken over de aanmelding, de coördinatie van de aanvragen en de begeleiding van (kandidaat-)huurders. Zo kan de toewijzingsraad beslissen om bepaalde taken binnen deze operationele opdracht in handen te geven van een welzijnsactor zoals het OCMW of van een beperkte groep huisvestings- en welzijnsactoren of aan de verhuurder. De toewijzing zelf van een sociale huurwoning zal echter steeds door het beslissingsorgaan van de verhuurder of door de persoon of de personen die de verhuurder daartoe aanstelt, gebeuren. In het kader van de beleidsvoorbereidende opdracht stelt de toewijzingsraad een ontwerp van toewijzingsreglement op. De operationele opdracht vindt zijn weerslag in het huishoudelijk reglement.